Hengel

Het aantal sneeuwvlokken op de trui van de osteopaat leek zich met de minuut te verdubbelen. Ik keek naar zijn lippen die woorden maakten als yin en yang en hoorde de zinnen niet meer. Ik dacht aan de glazen bol die op mijn vensterbank stond. En ik zag hoe ik de osteopaat wild heen en weer schudde waardoor overal om hem heen sneeuw dwarrelde. Zijn woorden waren gevangen, niemand die ze meer kon horen.

Het magere lijf van mijn dochter hing zwaar in mijn armen. Haar benen en armen spartelden; op zoek naar een andere zekerheid dan mijn troostende handen. De krampen waren de laatste dagen weer erger geworden. Venijnig namen ze haar te grazen. Sinds kort keek ze me tijdens zo’n aanval indringend aan, met donkere ogen die me dwongen iets te doen. Daarom was ik nu hier: in de bloedhete bol vol sneeuw, met een osteopaat die niet stopte met praten.

‘Het is misgegaan toen wij uit de jungle vertrokken.’
Op een velletje tekende hij een stel bomen. Hij tikte op de stammen. ‘Hier. Hier is het fout gegaan.’
Ik knikte.

Later zou ik terugkijken op dit moment en kon ik me verwonderen over de enorme invloed van de extreme vermoeidheid die mij gegijzeld had. Ze had alle assertiviteit tijdelijk lam gelegd. Daarom knikte ik zoveel.

‘Alles bestaat uit zenuwen.’
Ik voelde hoe de buik van mijn dochter hard werd. Ze gilde en liet een scheet. Ik ademde uit en wist dat het nu een paar minuten rustig zou zijn.
‘Kijk, zenuwen’, zei de man. En hij had een poppetje getekend dat hij nu invulde met allerlei lijntjes.
‘Die kunnen zomaar overprikkeld raken.’ En hij wees naar mijn dochter die haar hoofd tegen mijn borst had gelegd en zwaar ademde.
‘Onderschat zo’n geboorte niet. Over haar schedel lopen allerlei zenuwen. Een nauw geboortekanaal, een stortbevalling: dat is een trauma hoor.’

Beschermend legde ik mijn hand op haar achterhoofd. Ik voelde het korstje dat er eigenlijk al af had moeten zijn. Precies op die plek had de gynaecoloog een elektrode geprikt om haar hartslag te meten. Het was een half uur voor haar geboorte. Uit mijn vagina had een draadje gehangen, alsof mijn dochter een hengel uitgeworpen had.

Ik zuchtte en keek naar het autostoeltje. Straks zouden we hier weer weg gaan. Misschien was dat de grootste winst van dit soort bezoeken: dingen voelden al snel als een opluchting.