Eendjes

Boven het hoofd van mijn dochter draaiden eendjes rond. Soms volgden haar ogen het rode, groene, blauwe of gele eendje. Vaker waren ze gericht op één punt. De vogels trokken dan aan haar gezichtsveld voorbij. Later zou ze boos worden op het groene eendje, maar nu had ze nog geen voorkeur.

Ik dacht aan de oude man in het verzorgingstehuis waar ik lang gewerkt had. Doodstil zat hij hele dagen in zijn stoel voor het raam te kijken naar een voorstelling waar hij geen deel meer van uitmaakte. Dat stemde hem niet ontevreden. In zijn lijf huisde een geduldige nieuwsgierigheid. Af en toe glimlachte hij om iets wat niemand zag.

De eendjes bleven een minuut bewegen. Daarna moest ik het muziekje opnieuw opwinden. Mijn dochter vond het opwinden ook leuk. Ze trappelde dan met haar voeten en haar armen zwaaiden nog wilder dan anders. Zodra de rondjes weer begonnen, maakten haar lippen een ‘o’. Die o’tjes zou ze later niet meer maken. Mijn schoonmoeder noemde het de Trump.

Ze hield het ongeveer een kwartier vol onder de eendjesmobile. Ik had telkens één minuut om haar fles af te wassen, luiers aan te vullen of naar de wc te gaan. Ik had in die weken voortdurend obstipatie, omdat ik niet tegen de tijdsdruk kon. Zodra ik rustig op de wc-bril zat, hielden de eendjes op. Het onbedaarlijke huilen en gillen begon dan binnen een paar seconden. Probeer dan maar eens te poepen.

Ooit was ik bij een lezing van Dick Swaab. Hij vertelde dat alles wat een mens leert, uiteindelijk in omgekeerde volgorde weer verdwijnt. Mensen die zwaar dement zijn, eindigen uiteindelijk in de foetushouding in bed.

In het verzorgingstehuis waar de oude man woonde, was wekelijks een zangmiddag. Er werd gezongen over een klapperboom en over een klein café aan de haven. De man deed nooit mee. Zijn ogen bleven gericht op de wereld buiten. Alleen zijn voeten tikten ritmisch mee. Uiteindelijk kan een lichaam gevoelens niet lang geheim houden.