Een rol

Mijn moeder paste op en dus konden we naar buiten. In onze tas zat een boek. Toen mijn man voor de geboorte zei dat hij in de nabije toekomst het lezen wel op zijn buik kon schrijven, moest ik lachen om zoveel overdrijving.

Ik moest denken aan de vrouw uit mijn groepje van de zwangerschapsgym. Zij had in de ziekenhuistas een spel scrabble gestopt, omdat ze toen nog dacht dat ze tijdens de weeën wel zin had in drie keer woordwaarde.

De crux is dat je van tevoren natuurlijk nooit weet hoe het uiteindelijk zal zijn. Zo had ik me nooit voor kunnen stellen dat wij op een zondag ons huis uit zouden vluchten om in een koffiezaak in de stad doodvermoeid een hoofdstuk uit een boek te lezen. Maar dat deden we dus wel.

Eenmaal in de stad kwamen we terecht in een gekte die bij koopzondag hoort. Het regende een beetje, mijn bovenbenen voelden klam. Er schuurde een vreemde mannenarm langs mijn elleboog. Ik voelde haartjes, heel even maar. Iemand vloekte, een hond blafte. Binnen in de zaak hoorde ik het malen van de koffiebonen en keek ik naar de condens. Een groot deel van het glas was erdoor veranderd in iets dat de chaotische buitenwereld bewust niet leek te willen laten zien. Ik ging achter een mat stukje glas zitten en pakte mijn boek. [ik las overigens dit, een aanrader!] Mijn man zuchtte diep en deed hetzelfde.

Omdat het een hippe tent was, had je geen eigen ruimte. En dus gingen er twee andere mensen tegenover ons zitten. De jongen haalde koffie en ik glimlachte naar het meisje. Ze was ongeveer even oud als ik. En opeens had ik de behoefte om het haar te vertellen. Om te zeggen dat dit niet was wat het leek. Dat ik gevlucht was. Dat ik er uitermate rustig uitzag, maar dat er van binnen iets kookte. Dat dit de eerste bladzijdes sinds tijden waren. Dat ik nu eindelijk kon lezen, maar dat het voelde alsof ik een rol aan het spelen was. De rol van iemand die op zondag met een boek in een café gaat zitten en heerlijk ontspannen koffie drinkt.