Heup

De dokter bewoog de benen van mijn dochter heen en weer. Af en toe bood ze weerstand. Dan zette ze haar knieën op slot en moest de dokter eerst een rondje draaien met haar voeten, voordat hij haar benen kon buigen. Ik vroeg me af wanneer weerstand bieden iets bewusts wordt.

‘We maken voor de zekerheid een echo.’
De arts was Spaans. Hij had een zwaar accent. We vonden elkaar in een gedeelde vermoeidheid. Zijn dochter was één dag ouder dan de mijne.

Langer dan gemiddeld lag mijn dochter in een stuit. Dat kan iets betekenen. Het hoeft niet, maar het kán wel.

Dertig jaar geleden werd er bij mij een fout gemaakt. Daarom waren we nu extra voorzichtig. Dankzij mij werd de echo van verdachte heupjes standaard. Zo gaat dat met medische fouten. Ze veranderen protocollen en procedures.

Ik dacht aan mijn eigen ouders.  Aan hoe zij in een soortgelijke kamer zaten en keken hoe mijn benen bewogen. Hoe mijn bilplooien vergeleken werden en dat het lichamelijk onderzoek niets opleverde. Hoe mijn ouders de opluchting voelden, omdat hun dochter de dans ontsprong. Hoe tantes en nichtjes gebeld werden om te vertellen dat ik het niet had. Hoe bijzonder dat was, omdat bijna alle vrouwen in de familie het hadden.
En hoe het daarna toch fout bleek te zitten.

Mijn vader zei ooit dat hij regelmatig moest huilen wanneer hij mij zag lopen. Altijd een beetje mank.

De dokter deed de luier weer om. Ik herkende de routine. Sommige handelingen kun je al snel gedachteloos uitvoeren. Alsof ze er altijd al waren.
Mijn dochter begon te huilen.
‘Het huilen kan soms drie jaar duren’, zei de arts.
‘Drie jaar?’, vroeg ik verschrikt.
‘Maanden. Sorry. Drie maanden. Mijn Nederlands…’ Hij maakte een verontschuldigend gebaar.

Ik pakte mijn dochter op, voelde hoe de luier als een kussen om haar billen zat en vroeg me af of het meer verborg dan we nu wisten.